Mijn moeder heeft haar eerste prik gehad. Ze is 88 jaar en op. Het enige dat nog echt goed aan haar is, is haar hoofd. Ze leest drie kranten per dag en weet precies wat er in de wereld gebeurt. Maar, zoals ze zelf zegt, haar lichaam is op.
Ze had voor haar prik een afspraak om 10.10 uur. Ze heeft 40 minuten buiten moeten wachten. Gelukkig had ze haar rollator bij zich, zodat ze een soort stoeltje had. En gelukkig was het droog. Maar helaas, verder geen fijn weer. Ze is in en in koud geworden.

Achteraf was een fleecedekentje fijn geweest, maar wie denkt daar aan als je zo’n duidelijke afspraak hebt. Ook het denken van de prik-organisatie leek te stoppen bij de voordeur. Er werden geen fleecedekentjes uitgedeeld of iets warms om in de wachtrij te drinken. Daarin herkende ik de logica van de zorg. Zorg wordt vaak opgevat als het ‘contactmoment van zorgvrager en zorgverlener’. Wat er voorafgaand gebeurt of erna, lijkt geen onderdeel te zijn van de zorg. Of, in andere woorden, is ook niet de verantwoordelijkheid van de zorg.

Dat is misschien een van de redenen waarom planning zo moeizaam een plek in de zorg krijgt. En zeker in de langdurige zorg, waar wachten nog meer impact heeft dan die enkele keer wachten als we bijvoorbeeld naar een ziekenhuis moeten. Een planning die uitsluitend gefocust is op het ‘contactmoment van zorgvrager en zorgverlener’, lijkt eigenlijk alleen betrekking te hebben op het wel of niet doorgaan van de geplande activiteit. Mijn moeder bijvoorbeeld heeft haar prik gehad. Om 10.50 uur. Een afwijking van 40 minuten op de planning. En alle mensen in de rij hebben die dag hun prik gehad. Weliswaar niet op het afgesproken tijdstip, maar toch. Iedereen heeft z’n prik gehad. Dus de planning is gerealiseerd. Dat is in essentie de logica in de zorg. Tenminste als het om planning gaat.

Al jaren probeer ik duidelijk te maken dat je in deze sector vooral een planning maakt, om bewust af te kunnen wijken, indien nodig. Er zijn in de zorg nu eenmaal altijd zoveel variabelen die zorgen dat een planning anders uitpakt dan op voorhand gedacht, dat je ook dit risico op mogelijke afwijkingen moet meenemen als onderdeel van je planning en daarmee van je zorg.

Deze blog is te kort om hier nu verder over uit te wijden. Maar als ‘mijn’ logica gevolgd zou zijn, dan had mijn moeder een fleecedekentje gekregen en/of een warme kop thee of koffie. Dan waren mogelijk niet eerst de 60- tot 65-jarigen uit de rij gehaald, zoals nu het geval was, maar de 85-plussers. Dan was misschien eerst….

Maar waarschijnlijk had de hele planning er anders uit gezien.

 
© 2024 Stichting Academische Verpleeg(t)huiszorg Nederland